Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

Honderd jaar in vogelvlucht

Tijdens het Brusselse feestweekend1 voor de viering van honderd jaar Liberale Partij houden de liberalen op zondag 16 juni 1946 een bijeenkomst in de Vlaamse Schouwbrug. Het doel? Het publiek een overzicht geven van wat de Belgische liberalen in de voorbije honderd jaar gerealiseerd hebben.

Sébastien Baudart
10 juni 2021

Frans van Kalken, La Belgique contemporaine 1780-1930 histoire d'une évolution politique, 1930.

1846-1894 door Frans Van Kalken

De Brusselse liberale hoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles (ULB), Frans Van Kalken, opent het historisch exposé met de periode 1846-1894. Historicus Van Kalken is – geen evidentie in die tijd – gespecialiseerd in Belgische hedendaagse geschiedenis en publiceerde al eerder over de oorsprong van het liberalisme en over liberale politici als Joseph Lebeau en Théodore Verhaegen. Van Kalken begint zijn verhaal met de voorlopers van de Belgische liberalen: de voorstanders van de secularisering tijdens de Oostenrijkse en Franse bezetting en tijdens het Verenigd Koninklijk der Nederlanden. Via het Unionisme en het Liberaal Congres van 1846 bereikt hij de periode 1847-1884, waarin voornamelijk de liberalen aan de macht zijn. Van Kalken steekt in zijn schets van de ‘roemrijkste jaren’ van de partij zijn liberale overtuiging niet weg en spreekt onomwonden over het ‘prachtig beeld’ van ‘de verwezenlijkingen van de liberale ministeries gedurende het tijdperk dat zij de teugels van ’t bewind in handen hadden’. Hij geeft voorbeelden: de landsverdediging, de sociale kwestie (hoewel hij toegeeft dat de ‘bijna heilige eerbied voor de beginselen van het economisch liberalisme’ hier wat in de weg zat) en enkele ‘gewaagde nieuwigheden en weldoende hervormingen’ zoals de modelwet op de mutualiteiten van 1851, de afkoop van het tolrecht op de Schelde, de afschaffing van de octrooi- en bareelrechten en de oprichting van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas (ASLK). Vanaf de jaren 1860 ziet Van Kalken het liberalisme evolueren naar een volgens hem overdreven radicaal antiklerikalisme, met als verzachtende omstandigheid de even hevige evolutie van het katholicisme in de richting van verdere klerikalisering en ultramontanisme. De ‘gedachtenstrijd’ verscherpt, en dus ook de politieke strijd, met onder andere grote liberale en katholieke betogingen die door Brussel trekken. Van Kalken ziet iets te veel hardnekkigheid in bijvoorbeeld het verloop van de schoolkwestie, maar geeft mee dat het er aan beide kanten even hevig aan toe ging. Wel looft hij de pioniersrol van de liberalen als verdedigers van het openbaar onderwijs. Afsluiten doet hij met de ‘val van het liberalisme’ vanaf 1870, te wijten aan de schoolstrijd maar ook aan de interne tegenstellingen. De doctrinaire liberalen zijn niet meer mee met hun tijd, en de opkomst van progressieve liberalen zorgt weliswaar inhoudelijk voor nieuwe ideeën en democratische realisaties, maar door de interne strijd tussen beide kampen ook voor een verzwakking van het Belgische liberalisme. De genadeslag komt er met de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht bij de verkiezingen van 1894 die zorgen  voor een ‘verpulvering’ van de Liberale Partij in het parlement.

Weigeringsbrief van François-Louis Ganshof aan Henri Heuse, 12 april 1946.

Drie bevoegde personaliteiten

De bedoeling van het Inrichtend Comité van de feestelijkheden - dat onder leiding staat van minister van Koloniën Robert Godding en ondervoorzitters Julius Hoste jr., krantendirecteur en oud-minister, en Henri Heuse, advocaat en oud-volksvertegenwoordiger - is om ‘drie bijzonder bevoegde personaliteiten’ telkens gedurende twintig à dertig minuten aan het woord te laten over de geschiedenis van de Belgische Liberale Partij. Wanneer Van Kalken begin april door Heuse gecontacteerd wordt, zegt hij meteen toe en krijgt hij de periode 1846-1894 toegewezen. Voor 1894-1914 verloopt de zoektocht moeilijker. Heuse schrijft eerst François-Louis Ganshof aan, mediëvist aan de Gentse universiteit, maar deze laat weten tot zijn spijt het voorstel niet te kunnen aanvaarden. Ganshof geeft als voornaamste reden dat hij volledig gebroken heeft met de Liberale Partij omdat hij zich totaal niet kan vinden in haar houding over de Koningskwestie. Wanneer Heuse daarop Van Kalken vraagt of hij er een periode kan bijnemen, houdt deze de boot af. Als plan B contacteert Godding op aanraden van Hoste de Gentse Willemsfondsvoorzitter en historicus Hans Van Werveke, maar zonder resultaat: Van Werveke is vereerd met het verzoek, maar heeft geen tijd. Uiteindelijk belandt de opdracht eind mei - bij gebrek aan een beschikbare historicus - bij Hoste zelf.

'de groote politieke figuren […] die het Belgisch liberalisme den weg hebben aangetoond en die, lijk uitstralers van licht en van waarheid, langen tijd hun invloed over het land en op hun tijd hebben doen gelden' uit de inleidende toespraak van partijvoorzitter Roger Motz.

Julius Hoste.

1894-1914 door Julius Hoste

‘Het tijdperk in de geschiedenis van het liberalisme dat in 1894 aanvangt, wordt gekentekend door achteruitgang en verdeeldheid’, begint Hoste, met als bedoeling dat ‘elke nieuwe opflakkering van de liberale gedachten’ in zijn verdere verhaal een positieve betekenis krijgt. Veel liberale realisaties zijn er niet te noteren tijden deze door homogene katholieke regeringen beheerste periode. Wel zorgt de invoering van de evenredige vertegenwoordiging bij de verkiezingen van 1900 opnieuw voor een ‘behoorlijke vertegenwoordiging’ in het parlement. Op dat moment zenden de ‘Vlaamse gewesten’ onder anderen Jan Van Rijswijck naar de Kamer, die een eerbetoon krijgt van Hoste als een ‘onvergetelijken verdediger der levensrechten van het Vlaamsche volk en van de liberale demokratie’. De liberalen strijden in die periode onder andere voor de leerplicht, het openbaar onderwijs, de verplichte dienstplicht, de afschaffing van het meervoudig stemrecht en de verbetering van de morele en materiële toestand van de arbeiders. In bepaalde domeinen vinden liberalen en socialisten elkaar, wat in 1912 leidt tot een kartel bij de parlementsverkiezingen. Het lukt echter niet om de katholieke meerderheid te doorbreken. Hoste prijst ook de houding van de Belgische liberalen bij de Duitse inval van 1914 en in het bijzonder de Vlaamse liberalen als Louis Franck die tegen de Duitse Flamenpolitik zijn ingegaan.

Hoste trekt in zijn betoog regelmatig de lijn naar het heden en de toekomst, zoals wanneer hij pleit voor het behoud van de evenredige vertegenwoordiging, die belangrijk is voor de toekomst van het liberalisme in België én op die manier ook voor het behoud van de Belgische evenwichten, met de liberalen als evenwichtsbevorderende factor. Hij trekt ook de lijn van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog en stelt dat ‘de strijd […] voor de liberale beginselen op internationaal gebied’ moet voortgezet worden, met onder andere gelijkheid tussen grote en kleine landen, in alle landen ‘demokratische grondwettelijke instellingen, die de individuele vrijheid en de persvrijheid vrijwaren’ en internationale instellingen om de vrede, de vrijhandel en de sociale vooruitgang te dienen.

Robert Fenaux, Paul Hymans: un homme, un temps 1865-1941, 1946.

De derde man

De zoektocht naar de derde spreker verloopt vlotter. Om het over de recentste periode tot 1945 te hebben, contacteert Godding letterkundige Robert Fenaux. Fenaux werkt op dat moment op het ministerie van Buitenlandse Zaken en publiceerde net een biografie over Paul Hymans, met wie hij jaren samenwerkte. Fenaux zegt onmiddellijk toe, maar geeft aan voor een moeilijke opdracht te staan: hij vindt de recente geschiedenis moeilijker te schetsen dan het verdere verleden. Op 25 mei plant Godding een gezamenlijk overleg op zijn kabinet, zodat de sprekers hun verhalen op elkaar kunnen afstemmen.

1918-1945 door Robert Fenaux

Fenaux begint zijn verhaal met de akkoorden van Loppem die in 1918 leiden tot een ‘egalitaire democratie’ en ‘sociale vrede’. Hij beschrijft hoe de liberalen met hun ‘ideaal van vooruitgang’ als leidraad onder leiding van Paul Hymans deelnemen aan de naoorlogse regeringen van nationale unie en sociale en democratische hervormingen doorvoeren. De belangrijke vooroorlogse liberale programmapunten zijn gerealiseerd, de schoolstrijd is even gaan liggen, nieuwe uitdagingen op economisch en sociaal vlak staan klaar. Tijdens het interbellum evolueert de Liberale Partij mee met de maatschappij, al valt de vernieuwing en verjonging niet bij alle liberalen even goed. Fenaux behandelt de liberale standpunten inzake de taalkwestie op een genuanceerde manier, prijst de munthervorming van Emile Francqui, herdenkt Edouard Pecher en zijn inzet voor sociale verzekeringen, looft de defensiepolitiek van Albert Devèze en eert de activiteiten van Hymans op het internationale politieke toneel. Hij vervolgt met de liberale deelname en impact op de regeringen-Van Zeeland, het liberale premierschap van Paul-Emile Janson in 1937, de inzet van Victor de Laveleye tegen het rexisme en het Brussels burgemeesterschap van Adolphe Max. Hij staat even stil bij ‘de verdwenenen’ van de oorlog: Paul Hymans, Paul-Emile Janson, François Bovesse, Arthur Vanderpoorten en de kort na de bevrijding overleden Victor de Laveleye. Afsluiten doet hij met een ode aan de vrijheid en een oproep om ‘steeds vooraan [te] staan in de geschiedenis, opdat morgen de afgunstige vreemdeling opnieuw zegge: “De Vrijheid, zooals in België”.’

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Sébastien Baudart, "Honderd jaar in vogelvlucht", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/11/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op