Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

Het militair vraagstuk van Adolf Buyl

‘Zeven jaar zijn voorbijgegaan sinds den dag waarop ons land te zwaard en te vuur werd gezet door op moord beluste Duitsche horden’, valt Adolf Buyl in 1921 onmiddellijk met de deur in huis in zijn verkiezingsbrochure Een groot nationaal vraagstuk. De ondertitel ‘een alarmkreet!’ laat weinig aan de verbeelding over.

Sébastien Baudart
8 juli 2021

De schuld van de ...

Adolf Buyl start zijn betoog met de vaststelling dat het Belgische leger van 1914 niet bleek opgewassen tegen het oprukkende Duitse leger, en stelt meteen de schuldvraag. Waarom was België niet beter voorbereid op een Duitse inval die te verwachten was, waarom werd de militiewet van 1913 – die de algemene dienstplicht invoerde – veel te laat gestemd? Het antwoord is eenvoudig: het is de schuld van de homogene katholieke regeringen die het land sinds 1884 bestuurden en die Buyl van nalatigheid beschuldigt. Nog tijdens de verkiezingscampagne van 1912 bleven de katholieken vasthouden aan de dienstplicht voor één zoon per gezin. Maar de socialisten zijn ‘niet minder schuldig’, door hun langdurig verzet tegen meeruitgaven voor het leger en hun naïeve pacifisme. De liberalen daarentegen vragen ‘sinds meer dan vijftig jaar […] te vergeefs de afschaffing van de schandelijke plaatsvervanging1 en, sedert meer dan twintig jaar, vragen zij den algemeenen dienstplicht die alleen, in 1914, ons de vereischte legersterkte zou gegeven hebben’ om de Duitsers tegen te houden en zelfs te ontmoedigen België binnen te vallen. De liberalen hebben ‘moedig en edelmoedig, hunne kiesbelangen op het altaar van het Vaderland’ opgeofferd. Voor Buyl hebben ook de naoorlogse tegenstanders niets bijgeleerd: de katholieken spelen nog steeds electorale spelletjes rond de dienstplicht en de socialisten zijn nog altijd even utopisch pacifistisch. Hij verdedigt verder blijvende investeringen in Defensie, om een nieuwe Duitse inval te vermijden en de in het Verdrag van Versailles afgesproken Duitse herstelbetalingen te kunnen afdwingen. Gebeurt dit niet, dan ‘zouden wij een nieuwe slachting, een nieuwe ramp te gemoet gaan.’

‘Hoe de klerikale propaganda werd gevoerd vóór de verkiezingen in 1912’, weergave van een katholieke propagandaprent over de dienstplicht voor slechts één zoon per gezin in Een groot nationaal vraagstuk.

Adolf Buyl en de verkiezingscampagne van 1921

De brochure verschijnt eind oktober/begin november2 in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 20 november 1921. Defensie is - naast sociale maatregelen en het zwartmaken van de tegenstanders - de kwestie waarop de Liberale Partij in haar propaganda de grootste nadruk legt. De naoorlogse Belgische liberalen presenteren zich als de enige ‘nationale’ partij, als de enige partij die kan instaan voor zowel de eenheid van het land als de verdediging ervan. Ze heeft met Albert Devèze als minister van Landsverdediging in de aftredende regering-Carton de Wiart op dat domein een belangrijke troef in handen. 

Adolf Buyl (1862-1932), auteur van de brochure, is in 1921 volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Oostende-Veurne-Diksmuide en sinds juli burgemeester van Elsene. In augustus 1919 typeert de Pourquoi Pas? hem in een hommageartikel als een gewone man, ‘un brave homme’, progressief liberaal en gematigd flamingant, een onderwijzer die zichzelf opgewerkt heeft tot volksvertegenwoordiger en schepen. Een gewone man die zich tijdens de oorlog ontpopte tot een verzetsheld: openlijk door als schepen van Elsene grafredes te houden op de begrafenis van Belgische, Franse of Britse soldaten die in het ziekenhuis van de gemeente bezweken aan hun verwondingen, achter de schermen als leider van een geheim informatienetwerk. Na de bevrijding wordt Buyl hiervoor uitgebreid gevierd en gedecoreerd. In de Kamer is hij tijdens de eerste naoorlogse jaren voornamelijk actief rond onderwijs-, financiële en defensiekwesties. Buyl beschikt dus over de nodige publieke legitimiteit om zich te mengen in het defensievraagstuk.

De potloodtrekken van Raemaekers

Voor wie de oorlog vergeten zou zijn, voorziet Buyl in zijn brochure illustraties van Louis Raemaekers om ‘al die hatelijke tooneelen’ in herinnering te brengen. Buyl verwijst in zijn tekst ook naar Raemaekers die de opgenomen scènes ’zoo meesterlijk met enkele potloodtrekken heeft afgebeeld’ en die ‘alle commentaar of uitlegging overbodig’ maken. De Nederlander Raemaekers fungeert tijdens de verkiezingscampagne van 1921 als huistekenaar van de Liberale Partij, maar raakte tijdens de oorlog vooral bekend met zijn anti-Duitse oorlogsprenten die eerst in Nederland, later in Frankrijk en Engeland en ten slotte wereldwijd als propagandamateriaal verspreid werden.3 Het is een selectie van deze prenten die in Een groot nationaal vraagstuk als visuele afschrikking opgenomen wordt.4 Eén prent in de brochure is een antipacifistische cartoon die Raemaekers enkele maanden eerder in Le Soir5 publiceerde. Voor het hergebruik in de liberale brochure wordt de ‘petit pacifiste moscovite’ uit de oorspronkelijke begeleidende tekst vervangen door een socialist. Van één prent, ‘de moffen in huis’, is de oorsprong niet duidelijk: mogelijk is deze speciaal voor Een groot nationaal vraagstuk getekend.

Een blijvend sterk leger nodig

Buyl vervolgt zijn betoog door te wijzen op het blijvend gevaar van Duitsland, dat de afgesloten verdragen niet respecteert, een groot leger blijft onderhouden en niet ontwapent. Duitsland is ‘in niets veranderd’ en hoopt op revanche. Buyl en Raemaekers lijken elkaar gevonden te hebben op dit thema. Ook Raemaekers verkondigt graag aan wie het wil horen dat de Duitsers uit zijn op revanche en klaarstaan om België opnieuw binnen te vallen.6 Buyl maakt, om zijn stellingen te ondersteunen, uitgebreid gebruik van citaten uit de Duitse pers. ‘Ja’, vervolgt hij, ‘wij Belgen, zijn partijgangers van de algemeene ontwapening, […] maar omdat wij een klein volk zijn, mogen wij niet de eerste ontwapenen!’ ‘De meest elementaire voorzichtigheid’ legt de Belgen op om de ‘krijgslasten’ pas te verlichten ‘wanneer onze grenzen en onze rechten op even doelmatige wijze kunnen verdedigd worden door de internationale politie als door ons nationaal leger.’

Het brengt hem bij een van de hangende kwesties van het moment: ‘den duur van den legerdiensttijd’, waarbij hij het opbod van de verschillende partijen over de verkorting van de legerdienst aanklaagt. De voorstellen over de zesmaandendienst vindt hij een gevaar voor de veiligheid van het land. Hij wijt het gebrek aan enthousiasme over de legerdienst aan de ‘legenden […] die ontstonden in den tijd dat […] alleen de armen dienstplichtig waren’ en de katholieke regeringen ‘ze heel den tijd van hun verblijf in de kazerne in hunnen droevigen toestand van misdeelden’ lieten. Maar sinds de wapenstilstand hebben de liberalen Fulgence Masson en Albert Devèze als minister van Oorlog/Landsverdediging zich ingezet om de situatie van de soldaten te verbeteren, zowel materieel, zedelijk als intellectueel. En ook in de toekomst zal verder gewerkt worden aan het comfort en welbevinden van de dienstplichtigen, net als aan gevarieerde voeding. Samengevat: ‘De kazerne van vandaag is niet langer een schrikbeeld, noch voor de zonen, noch voor de ouders; het is een school die onder een wetenschappelijke leiding staat’. Besluiten doet Buyl met een oproep om goed, maar vooral ook waakzaam te zijn: ‘Wij zijn het aan onze Martelaren, aan het Vaderland, aan ons zelf verschuldigd ons te wapenen tegen een nieuwen aanval terwijl wij arbeiden aan den heropbouw van ons land. Geen Belg, waardig van dien naam, zal aan dien heiligen plicht tekort komen!’

Sébastien Baudart, Liberas, 2021.

Bronnen, noten en/of referenties

1. In het systeem van legerdienst via loting konden uitgelote mannen uit bemiddelde milieus zich tegen betaling laten vervangen. Het systeem werd in 1909 afgeschaft en vervangen door de dienstplicht voor één zoon per gezin.

2. La Flandre Libérale kondigt op 2 november 1921 (p. 1) de net gepubliceerde uitgave van Un grand problème national aan. Meer dan een maand eerder, op 27 september (publicatie op 28 september, p. 1) laat de Brusselse correspondent van de Gazette de Charleroi weten dat de brochure op die dag verschijnt. In de voor dit artikel gebruikte brochures worden feiten vermeld tot 16 oktober 1921. Mogelijk publiceerde de Liberale Partij dus twee versies, waarbij de tweede aangevuld werd met de meest recente gebeurtenissen. In het Frans verschijnt de brochure onder de titel Un grand problème national. Un cri d’alarme!.

3. Zie voor de campagne van 1921 en de oorlogstekeningen: Sébastien Baudart, ‘Louis Raemaekers | Tekenen voor de Partij’, Liberas Stories.

4. Zie onder andere volgende publicaties met oorlogstekeningen van Raemaekers waarin de prenten uit Een groot nationaal vraagstuk voorkomen: Het toppunt der beschaving, Dessins d’un neutre, Raemaekers’ Cartoons, The great war - Sixty cartoons, The great war - Victory volume, online te raadplegen. 

5. Le Soir, 26 juni 1921, 1.

6. Uit een toespraak van Louis Raemaekers, weergegeven in Le Soir, 21 januari 1922, 2.

Adolf Buyl, Een groot nationaal vraagstuk. Een alarmkreet! (Antwerpen: [Liberale Partij]/Ons Huis, [1921]).

Adolphe Buyl, Un Grand Problème National. Un cri d’alarme! (Bruxelles: [Parti Libéral]/Imprimerie Victor Feron & co, 1921).

De inzet van den strijd ([Brussel: Liberale Partij, 1921]).

Gazette de Charleroi, 28 september 1921, 1.

La Flandre Libérale, 2 november 1921, 1.

Pourquoi Pas?, 15 augustus 1919, cover en 565-568.

Sébastien Baudart, ‘Adolf Buyl, dwarse schepen en spion’, Liberas Stories.

Francis Balace, ‘De eenheid en de verdediging van het land: een liberale strijd op twee fronten’, in: Het Liberalisme in België. Tweehonderd jaar geschiedenis, eds. Adriaan Verhulst en Hervé Hasquin (Brussel/Gent: Delta/Paul Hymanscentrum /Liberaal Archief, 1989) 241-255.

Machteld de Metsenaere, ‘Adolf Buyl’, in: NEVB Online, geraadpleegd 26.4.2021.

Roland Devuldere, ‘Biografisch Repertorium der Belgische parlementairen, senatoren en volksvertegenwoordigers. 1830 tot 1/8/1965’ (Licentiaatsverhandeling, RUG, 1965).

Parlementaire stukken, geraadpleegd 26.4.2021.

Nel de Mûelenaere, ‘De creatie van de Belgische burger-soldaat’, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, XLVI, nr. 2 (2016): 128-159.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Sébastien Baudart, "Het militair vraagstuk van Adolf Buyl", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/11/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op