Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

Een eenmans-propaganda-machine: Lodewijk De Vriese (1848-1932)

In verkiezingsjaren is niets zo belangrijk als promotie en propaganda voor het aanprijzen van de ‘juiste partij’, van de juiste man - toen nog geen vrouw - op de juiste plaats. Anderhalve eeuw geleden tierden affiches, flyers en meetings weelderig, maar de koningin van de strategie was zonder enige twijfel de pers.

Bart D’hondt
29 augustus 2024

Op 8 oktober 1848 zien in Gent twee uitzonderlijke propagandisten het levenslicht. In het zuiden van de stad, in de Kanunnikstraat, wordt ene Pieter De Geyter geboren, zoon van een arbeider en anno 2024 nog steeds jaarlijks geëerd als de componist van de Internationale, het lijflied van de wereldwijde socialistische beweging. In het noorden van de stad, in Nieuwland, op een boogscheut van het standbeeld van De Geyter bij het Industriemuseum, wordt die dag in een Vlaams liberaal burgergezin ene Lodewijk De Vriese geboren. Vader Francis is deurwaarder bij de rechtbank van eerste aanleg in Gent en bij het vredegerecht van Evergem. Daarnaast is hij letterkundig medewerker van de Gentschen Mercurius, een politiek neutraal informatieblad, uitgegeven door Guillaume De Busscher.

Lodewijk loopt school tot zijn veertien, volgt daarna nog avondles aan de Nijverheidsschool maar moet intussen aan het werk. Hij wordt in 1863 klerk bij de flamingante notaris Michiels en in 1866 gemeenteambtenaar in Evergem maar wil meer. En dan wordt hij in contact gebracht met de letterkundige Frans Rens, voorzitter van het Willemsfonds van 1862 tot 1874 en samen met Julius Vuylsteke verantwoordelijk voor de liberale profilering van het Fonds.

Jong geweld

Geïnspireerd door het enthousiasme van de liberale Rens, de flamingante Michiels en een vader met journalistiek als hobby, ziet Lodewijk zijn toekomt duidelijk voor zich. Hij waagt zich aan het schrijven van Vlaamse proza en onder invloed van Rens’ vrienden Napoleon Destanberg, Willem Rogghé en Pieter Geiregat kiest hij resoluut voor het Vlaams liberalisme. Nog geen twintig jaar oud, richt hij in Evergem een bibliotheek en de toneelkring De Taal­vrienden op en begint politieke meetings op het platteland rond Gent te organiseren. Dit is meer dan het katholieke gemeentebestuur van Evergem kan behappen en in 1868 wordt hij ontslagen. Lodewijk verhuist naar Sint-Amandsberg, wordt provinciaal ambtenaar, proeflezer bij de Vlaams-liberale drukker en uitgever Isidore Van Doosselaere en baat als bijverdienste een kleine boekhandel uit. Hij geeft het letterkundig jaarboekje Meiloover (1868-1870) uit. In 1868 wordt hij columnist en in 1871 redactielid van Het Volksbelang, waar hij kennismaakt met de leefwereld van onder anderen Julius De Vigne, Paul Fredericq en Max Rooses.

In de daaropvolgende jaren engageert hij zich als secretaris bij de oprichting van de Liberale Vereniging van Sint-Amandsberg, die strijdt tegen het klerikale gemeentebestuur, en zet hij een eerste stap in de wereld van de krantenuitgevers. Hij wordt in 1872 de facto uitgever en hoofdredacteur van het liberaal vrijzinnig Eeclo’s Weekblad, dat officieel op naam van zijn vader staat. De katholieke pers laat zich niet in het ootje nemen en start een lastercampagne. In 1874 krijgen de katholieken hiervoor nieuwe munitie, aangeleverd door De Vriese zelf die publiek uit de kast komt en zijn liberale gezindheid niet langer bedekt. De Liberale Vereniging van Sint-Amandsberg sluit zich dat jaar aan bij de Liberale Grondwettelijke Vereniging van het Arrondissement Gent, en De Vriese zet met de steun van Vuylsteke Het Volksbelang in om de blijvende Vlaamsgezindheid van de Liberale Vereniging van Sint-Amandsberg te benadrukken. Hij gaat datzelfde jaar ook van start met een tweede liberaalgezinde krant in dezelfde regio, De Meetjeslander. Het klerikale kamp heeft er genoeg van en wendt zich tot de katholieke gouverneur van Oost-Vlaanderen, Theodoor de T'Serclaes de Wommersom, onder het voorwendsel dat partijpolitiek geen plaats mag hebben in een provinciebestuur, laat staan bij zijn ambtenaren. De Vriese neemt gedwongen ontslag, een geluk bij een ongeluk.

De pen is machtiger dan het zwaard

De Vriese trekt zijn conclusies. Hij wordt zelfstandig journalist-uitgever-drukker, het begin van een heel vruchtbare loopbaan met een cliënteel voor liberale strijd- en informatiebladen in Gent en vervolgens doorheen heel Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De liberale burgemeesters van Ledeberg, Edmond Van Hoorebeke en zijn opvolger Adolf Van Ooteghem, zorgen voor een financieel vangnet door hem deeltijds aan te stellen tot gemeenteambtenaar. In november 1874 opent De Vriese in de Gentse Pollepelstraat een boek- en steendrukkerij, een boekbinderij en een boekhandel, wat zijn financiële draagkracht versterkt.

Voor de Gentse liberalen is de gedreven jonge uitgever een geschenk uit de hemel. Niet enkel het Willemsfonds neemt hem onder de arm, ook de partij stelt al vlug haar volste vertrouwen in hem. En De Vriese gaat ervoor. Geruggensteund door een belangrijke groep progressieve liberalen rond Hippolyte en Albert Callier, Adolphe Dubois en François Laurent, neemt hij in 1875 de rol van hoofdredacteur van het pas opgerichte Gentse dagblad La Flandre Libérale op zich en neemt daarin de maat van de katholieke regering-de Theux-Malou. Eenmaal deze mainstreamverslaggeving op het spoor zit, wendt De Vriese zich opnieuw tot zijn grootste passie: kranten. Gent en zijn banlieu maken vanaf 1875 kennis met, vanuit zijn thuisbasis, opeenvolgend de Gazette van St.-Amandsberg en diens opvolgers:

de Gazette van Ledeberg. Vlaamsch- en vrijgezind weekblad, de Gazette van Ledeberg en St.Amandsberg, de Gazette van Ledeberg, St.Amandsberg en Meulestede, de Gentsche Voorgeborchten. Gazette van Ledeberg, St.-Amandsberg, Meulestede en Brugschepoort en St.Amandsbergs Belangen.

Voor de stad Gent drukt De Vriese kiesbladen als de Dulle Griete, La Mite-Railleuse: s'abattant sur les nouvelles vestes en de Bekwaamheidskiezer, is hij eigenaar van het Aankondigingsblad van Oost-Vlaanderen en uitgever en hoofdredacteur van La Liberté. Journal hebdomadaire libéral, Het Schoolnieuws en de Zondagpost / Courrier du dimanche. In de periodieken uit deze periode toont hij zich virulent antiklerikaal. Het motto van zijn Gazette liegt er niet om: “Van ’t ongediert der papen verlost ons vaderland”, een fragment uit het Geuzenlied van Julius De Geyter. Zelf schrijft hij op 24 juni 1877, na een katholieke aanval op zijn werk, voor La Flandre Libérale in zijn Gentsche Voorgeborchten: “Een geuzenblad is het inderdaad, en ik ben er fier op, een geuzenblad uit te geven, omdat ik aldus de heilige zaak dien van de vrijheid tegen de overweldigende kanker, die men het klericalisme noemt.”

Zijn mobiliserende liberale bladen zijn elders in Vlaanderen en Brussel eveneens gegeerd. Als drukker en/of uitgever is hij betrokken bij:

l’Avenir de Halle, de Chronique Meninoise (Menen), La Constitution (Kortrijk), Croquemitaine (Brugge), Aankondigingsblad (Torhout), L’Echo de Mouscron (Moeskroen), L’Echo de Vilvorde, De Fakkel. Weekblad ter verdediging der Aalstersche belangen, de Journal de Heyst, het Nieuwsblad van het Kanton Santhoven (Zandhoven), Oostende’s Weekblad, toegewijd aan de koophandel- en landbouwbelangen van het arrondissement, de Reveil d’Anderlecht, de Reveil de Ciney, De Stem van Thourout, de Vlaamsche Gazet van Etterbeek, De Straal. Liberaal weekblad voor het arrondissement Kortrijk, de Thieltenaar, Tist van Aalst, De Verdediging. Liberaal nieuws- en staatkundig blad voor Brugge en het omliggende, De Vrije Aalstenaar, Het Zoniënbosch. Liberaal weekblad voor het kanton Elsene, De Vrije Burger. Toegewijd aan de belangen van het arrondissement Audenaarde, het Weekblad van Deynze. Toegewijd aan de belangen der kantons Deinze en Nevele, De Vrije Kiezer (Roeselare), De Vrije Turnhouter, het Nieuws van Brussel en het Brusselsch Volksblad. Liberaal weekblad voor de stad en het arrondissement Brussel.

In Wallonië publiceert De Vriese Les Echos de Bouillon et de Paliseul, Les Echos de Rochefort et de Wellin, de Journal de Florenville, de Journal de Philippeville et de l’arrondissement, L’Ourthe (La Roche) en La Fleurisienne (Fleurus).

Ook organisatorisch is De Vriese verbonden met de liberale perswereld. In 1877 was hij reeds betrokken bij de oprichting van het Werk der Liberale Drukpers en het daaraan gekoppelde Comiteit ter bevordering van de liberale denkwijze te Brussel. De Vriese wordt er in 1882 secretaris van en wil teksten van toespraken en lezingen, vlugschriften en strijdbladen zowel in het Frans als in het Nederlands gratis verspreiden doorheen België. Daarvoor rekent hij op de overstocks van alle liberale drukkers en uitgevers in het land. Het Werk zou dan instaan voor een strategische verdeling richting strijdgemeenten of strijd­arrondisse­menten. Dit initiatief gaat echter samen met het Werk ten onder na de kiesnederlaag van 1884.

Boekhandel

De boekhandel annex uitgeverij en drukkerij die De Vriese in 1874 opent, staat niet los van zijn politiek engagement. Naast de obligate verkoop om den brode, stelt hij zijn drukpersen met genoegen ter beschikking van de Liberale Associatie. Hij verzorgt drukwerk voor het Willemsfonds, de Société l’Avenir (die actief is in de financiering van het officieel onderwijs en het liberaal naschools onderwijs), het Hulpfonds voor de onderwijzers en onderwijzeressen aan de stadsscholen van Gent, en de Gentsche Volksbank (een coöperatieve bank, gekoppeld aan het Van Crombrugghe’s Genootschap en zijn voorzitter Gustave Rolin-Jaequemyns). Daarnaast staat hij in voor gelegenheidsdrukwerk en fraaie brochures voor de Gentse Pacificatiefeesten van 1876, die een sterk antiklerikaal verhaal brengen, een feestdruk van het Geuzenlied van Julius De Geyter voor de Gentse koormaatschappijen ter gelegenheid van het carnaval van 1877, en het huldeboek voor François Laurent in 1878.

Ander publiek

De verkiezingen van 1884 draaien uit op een catastrofe voor de liberalen en ook voor De Vriese heeft die nederlaag grote gevolgen. In 1885 kondigt hij middels een prospectus nog de verschijning van een nieuw en strijdbaar liberaal dagblad aan dat voor een liberale reveil moet zorgen. Van Gand-Nouvelles is echter enkel die prospectus overgebleven, hoogstwaarschijnlijk is deze krant nooit verschenen en De Vriese gooit de (liberale) handdoek in de ring, ook voor verschillende lokale liberale bladen.

Dit betekent echter niet dat hij uit de perswereld stapt, integendeel. Om den brode stapt hij over op het drukken en uitgeven van algemeen informatieve bladen en annoncebladen zoals het Journal des Adjudications (Moniteur des Adjudications) - Weekblad voor Aanbestedingen (Gent), De Bouwnijver­heid (Gent), L’Hygiéniste, de Journal des Ardennes (Bastogne), La Mer du Nord - De Noordzee (Oostende), de Revue du Sport Belge en de Moniteur van het bouwwezen (Gent).

Hij stort zich daarnaast op zijn tweede passie: de volkskunde en lokale cultuurgeschiedenis in de breedste betekenis van het woord. De Vriese was daar in de jaren 1870 en begin 1880 ingerold en publiceerde toen onder meer de Gentse Chronique des Spectacles et Concerts. Dit krijgt in de tweede helft van zijn leven een vervolg met de Gazette internationale. Revue bi-mensuelle des arts, sciences, commerce, agriculture et finances, Gent Voorwaarts. Orgaan der Provinciale tentoonstelling van Oost-Vlaanderen - Gand en Avant, Gent XXe eeuw en De Volksstem.

De Vriese staat sinds 1875 ook aan het hoofd van het Agence de Publicité De Vriese (later het Agence de publicité des deux Flandres en vanaf 1910 Propaganda- en Publiciteitsbureau voor België en Holland), een mediacentrale avant la lettre, die hem vanaf de tweede helft van de jaren 1880 financiële autonomie verschaft. Dit agentschap werft advertenties voor tientallen kranten en tijdschriften en met de opbrengst hiervan kan hij zowel comfortabel leven als zijn vele passies financieren. Betekent deze ommezwaai ook het einde van zijn inzet voor de liberale beweging? Uiteraard niet.

Politieke campagnes nieuwe stijl

De Vriese had zich van bij het begin van zijn carrière gericht op “de man uit de straat”, ook al had die nog maar mondjesmaat enige inspraak, laat staan stemrecht. Samen met enkele gelijkgestemden focust hij al heel vroeg op de groep van toekomstige kiezers. In 1875 had hij in Ledeberg samen met Gust De Mey een Willemsfondsafdeling opgericht, in Sint-Amandsberg had hij zijn eerste strepen binnen de partij verdiend en na 1884 kiest hij meer dan ooit voor een Vlaams en volks liberalisme, dat voor die tweede adem van het liberalisme moet zorgen. In 1886 richt hij daarom samen met Gustaaf De Sutter en Jean-Pierre Hofman, directeur Openbare Werken in Gent, in Café du Nord (hoek Vrijdagmarkt-Baudelostraat) de Liberale Kring van de Vrijdagmarkt op. Hofman wordt de eerste voorzitter. Als secretaris van de Kring motiveert en stimuleert De Vriese de oprichting van zoveel mogelijk wijkgebonden partijafdelingen. Het opwaarderen van de Vlaamse taal en tradities hoort daar in zijn visie onlosmakelijk bij en is noodzakelijk om in die middenklasse te kunnen werven en mobiliseren. Dit sluit naadloos aan bij zijn nieuwe loopbaan als folklorist en heemkundige. Hij verspreidt zijn visie op het liberalisme door die te verpakken in zijn folkloristische voordrachten en publicaties voor het grote publiek, en in de vele tentoonstellingen die hij in die periode mee organiseert, waaronder de Provinciale Tentoonstelling in 1899 en de Wereldtentoonstelling in 1913.

Soms komt de voormalige ‘gazettier’ toch nog eens boven water. In 1886 bijvoorbeeld geeft hij De Vrije Bekwaamheidskiezer van Eeklo uit en in 1913 het Bulletijn der algemeene werkstaking der Oostendse federatie.

In 1888 staat hij mee aan de wieg van de Gentse afdeling van de Bond der Belgische Drukpers, een neutraal initiatief dat mee gedragen werd door vertegenwoordigers uit de twee, later drie, zuilen. De verkiezingen van 1903 lopen uit op een liberaal succes en De Vriese voelt zijn bloed van liberale propagandist opnieuw kriebelen. In zijn woonkamer vindt datzelfde jaar nog de stichting van de Bond der Vlaamsch-Liberale Weekbladpers plaats die zou focussen op de verkiezingen van 1904. De Bond richt te Gent een bestendig bureau op dat als ankerpunt voor de liberale pers dienstdoet. Een samenkomst op 16-17 januari 1904 doet tot in de West-Vlaamse pers enthousiasme oplaaien, maar het Gentse Volksbelang van 16 januari 1904 (p. 1) roept zijn brede achterban onmiddellijk tot de orde: “Onder de inrichters vinden wij afgevaardigden van de weekbladen De Strijd van Gent en Het Licht van Dendermonde, die gedurende geheel het jaar de liberale partij van Gent en van Dendermonde bekampen en die in tijd van kiezingen de socialistische lijst tegen de liberalen candidaten steunen. Van zulke liberalen, verlos ons, Heere!”. Het ordewoord van Het Volksbelang wordt blijkbaar opgevolgd want op een korte advertentie in het Weekblad van IJperen en het Arrondissement op 27 februari 1904 na, is van de Bond geen spoor meer terug te vinden.

In 1918 wordt De Vriese, intussen op rust, blind. Hij probeert zo actief mogelijk te blijven en doet een beroep op een secretaresse. Hij gaat inwonen bij zijn dochter Martha in Ukkel en vervolgens bij zijn dochter Bertha in Gent, waar hij in 1932 overlijdt.

Bronnen, noten en/of referenties

Bart D'hondt, ‘Lodewijk De Vriese’. In: ODIS. Record last modified date: 12 juni 2024., geraadpleegd op 12.6.2024.

Bart D’hondt, Van Andriesschool tot Zondernaamstraat. Gids door 150 jaar liberaal leven te Gent (Gent: Snoeck ism Liberaal Archief, 2014), 218-219.

Frans De Coster, ‘Lodewijk De Vriese herdacht bij de 100e verjaardag van zijne geboorte op 8 october 1848’, in: Oostvlaamsche Zanten, 23 (1948): 152-158.

Lutgart Huvenne, ‘Proeve tot typologie van de negentiende-eeuwse Gentse journalist’ (licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent (vakgroep Nieuwste Geschiedenis), 1973), 210-23.

Maurice Van Wesemael, ‘Lodewijk De Vriese herdacht’, in: Ghendtsche Tydinghen, 11, nr. 5 (15 september 1982): 257-259.

Werkgroep Tiger Jack, ‘Lodewijk De Vriese, een vergeten Gentse radicaal-liberaal’, in: Gandavum, 4, nr. 1 (1999): 43-49.

Voor de reconstructie van het werk van Lodewijk De Vriese als uitgever, werden tal van repertoria geraadpleegd. Online ging het over de databanken van Liberas, UGent, ODIS, Abraham en Geheugen van Ieper. Op papier ging het over:

Hugo Degraer e.a., Reperto­rium van de pers in West-Vlaanderen 1807-1914. De arrondissementen Oostende, Brugge, Diksmuide, Ieper, Kortrijk, Tielt en Veurne (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 48), 1968).

Helmut Gaus en Arthur Vermeersch, Répertoire de la Presse Bruxelloise / Repertorium van de Brusselse pers (1789-1914) L-Z (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 50), 1968).

Hilaire Liebaut, Repertorium van de pers in het arrondissement Aalst (1840-1914) (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 41), 1967).

Rudy Messens, Repertorium van de Oostvlaamse pers (met uitzondering van Gent en het arrondissement Aalst) (1784-1914) (Leuven en Parijs, Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 59), 1969).

Philippe Mottequin, Répertoire de la presse de la province de Luxembourg (1760-1940) (Leuven en Parijs, Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 84), 1978).

Alfons Thijs, Repertorium van de pers in de provincie Antwerpen (behoudens de stad Antwerpen en de kantons Mechelen en Puurs) (1833-1914) (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 58), 1970).

Romain Van Eenoo, De Pers te Brugge (1792-1914). Bouwstoffen (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 20), 1961).

Arthur Vermeersch, Répertoire de la Presse Bruxelloise / Repertorium van de Brusselse pers (1789-1914) A-K (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 42), 1965).

Edmond Voordeckers, Bijdrage tot de Geschiedenis van de Gentse pers. Repertorium (1667-1914) (Leuven en Parijs: Editions Nauwelaerts en Béatrice Nauwelaerts (Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Bijdragen 35), 1964).

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Bart D’hondt, "Een eenmans-propaganda-machine: Lodewijk De Vriese (1848-1932)", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/11/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op