Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Uitgelicht

Strijd om een democratischer kiessysteem

De Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze stelt zich eind negentiende eeuw progressief op en schaart zich achter evenredige vertegenwoordiging en algemeen enkelvoudig stemrecht.

Kim Descheemaeker
2 september 2024

Uitbreiding van het kiesrecht

Bij het ontstaan van België kiezen de bestuurders van de staat in wording voor het cijnskiesrecht. Enkel wie een zeker bezit heeft verworven en belastingen betaalt, mag stemmen. Dat komt neer op minder dan één procent van de bevolking. Geleidelijk aan passen de opeenvolgende regeringen de criteria om te mogen stemmen aan. Het aantal kiezers neemt stapje per stapje een beetje toe. Na jaren van onrust, stakingen en kleine toegevingen komt in 1893, onder zware druk van progressieve liberalen en katholieken, en een algemene werkstaking op initiatief van de Belgische Werkliedenpartij, het algemeen meervoudig stemrecht tot stand. Voortaan krijgt elke mannelijke Belg vanaf 25 jaar één stem, maar sommigen krijgen twee of zelfs drie stemmen, afhankelijk van hun opleidingsniveau of de belastingen die ze betalen. Het aantal kiezers vertienvoudigt, maar een minderheid van de kiezers heeft een meerderheid van de stemmen.1

Door de uitbreiding van het stemrecht verloopt het kiessysteem iets democratischer. De verkiezingen van 1894 leiden tot de intrede van de socialisten in het parlement. Door het stelsel van absolute meerderheden, waarbij de partij die in een kiesomschrijving de meeste stemmen haalt, daar alle zetels krijgt, is de zetelverdeling echter volledig uit balans. Met 963.825 stemmen behalen de katholieken 104 zetels, terwijl de liberalen met 537.310 stemmen amper 20 zetels krijgen en de socialisten met 310.505 stemmen 28 zetels kunnen verwerven. Liberalen en socialisten treden dan ook in verzet tegen dit stelsel van absolute meerderheden. Ze streven naar evenredige vertegenwoordiging.2

De uitbreiding van het stemrecht heeft ook lokaal een impact. Zo voelt de Liberale Associatie van het kanton Deinze na de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht aan dat het hoogstnodig is om zich op een meer democratische leest te schoeien. Op die manier wil ze ook de nieuwe kiezers aanspreken en politiek ‘onderrichten’. De Associatie smelt samen met de Liberale Bekwaamheidskiezersbond en vernieuwt het volledige bestuur. De meer democratische insteek uit zich onder meer in de afschaffing van het verplichte inkomstgeld en de instelling van een prijsvork voor het jaarlijkse lidgeld.3 Voortaan heet de kiesvereniging de Liberale Volksgezinde Vereeniging van (het kanton) Deinze.4

Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1895 wenst de kiesvereniging een lijst samen te stellen met kandidaten uit zowel de ‘werkersklas dan uit de burgerij ten einde allen te samen, hand in hand, mede te helpen tot het omverwerpen der papen.’5 Ook de gemeenteraadsverkiezingen verlopen echter volgens het ‘winner-takes-it-all’-principe en het meervoudig stemrecht. In Deinze draaien deze dan ook uit op een teleurstelling. In het verslagboek wordt genoteerd: ‘Die uitslag verwondert ons niet, en kan onzen moed niet ter neerslagen. Hij bewijst alleen dat het bedrieglijk meervoudig stemrecht alleen door de katholieken is uitgevonden om hunne partij overal te bevoordeeligen.’6

Portret van Félix Cambier, 1901.

Gezamenlijk ten strijde met een antiklerikaal kartel

In 1896 geeft de Gentse progressieve en radicale liberaal Félix Cambier een voordracht aan de leden van de Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze om hen aan te sporen om een antiklerikaal verbond te vragen voor de wetgevende verkiezingen van 1898. De vereniging onderschrijft dit initiatief ten volle en vraagt de nationale Liberale Associatie om een dergelijk verbond te bewerkstelligen. In haar schrijven uit de Volksgezinde Vereeniging de bezorgdheid dat heel wat kiezers in de plattelandsregio’s voor de socialisten stemmen, niet uit overtuiging, maar omdat ze nog weinig vertrouwen hebben in de kracht, de energie en bovenal het antiklerikalisme van de Liberale Partij. Dit antiklerikalisme bevestigen, zou dan ook gunstig zijn voor de partij. Bovendien is de enige mogelijkheid om evenredige vertegenwoordiging te bekomen, de gezamenlijke aanval op het klerikalisme, zo stelt het bestuur.7

Op de algemene vergadering van 29 november 1897 wordt het kartel van antiklerikale partijen verder besproken:

‘De Liberale Vereeniging van het Kanton Deynze in algemene vergadering samengeroepen.

Overwegende dat de Evenredige vertegenwoordiging alleen kan beletten dat het land uitsluitelijk door de vertegenwoordigers eener minderheid bestuurd worde,

Gezien al het onrechtvaardige van het huidig meervoudig stemrecht,

Na rijpe beraadslaging, beslist: zich aan te sluiten aan het “Kartel”, gesteund op de Evenredige vertegenwoordiging en het zuiver algemeen stemrecht, voor zooveel dit “Kartel” al de antiklerikale partijen zou vereenigen.

Gelast het bestuur deze beslissing bekend te maken aan de Liberale Vereeniging en aan de Vooruitstrevenden Kring van het arrondissement Gent.’8

Het ziet er echter naar uit dat er geen kartel gevormd zal worden in het arrondissement Gent.9 Daarom onderneemt de Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze zelf verdere actie. Ze zendt een uitnodiging naar alle liberale kringen en personen in het arrondissement Gent waarvan zij over de adressen beschikt, om deel te nemen aan een congres om dit kartel vorm te geven.10 Het congres is een succes. De voormiddag bestaat uit een algemene discussie, ’s middags worden de gesprekken voortgezet tijdens een banket, en in de namiddag wordt er gestemd over het programma van het kartel. Het thema ‘verplicht lager onderwijs’ passeert de revue, maar hierover wordt geen consensus gevonden. Daarom beperkt het kartel zich in zijn programma tot evenredige vertegenwoordiging en zuiver algemeen stemrecht voor mannen. Het kartel wil deze standpunten verdedigen door een gezamenlijke lijst in te dienen voor zowel de provinciale verkiezingen als de wetgevende verkiezingen in 1898. Met de kreet ‘Vive le suffrage universel’ op de lippen gaan de congressisten uit elkaar.11 De besprekingen leiden voor de provinciale en wetgevende (Kamer) verkiezingen effectief tot gezamenlijke lijsten met de socialisten, hoewel daarnaast ook een lijst van de Liberale Associatie wordt ingediend. De Kartellijst behaalt sterke resultaten en moet in stemmenaantal slechts onderdoen voor de Katholieke Partij.12

Er zijn veel medestanders van het antiklerikaal kartel, maar de Liberale Associatie van Gent verzet zich tegen deelname.13 Binnen de Liberale Partij is er dan ook geen eensgezindheid over beide strijdpunten. Conservatieve liberalen verzetten zich. Geleidelijk aan stellen ze hun standpunt over evenredige vertegenwoordiging echter bij onder invloed van enkele gewichtige liberale personaliteiten zoals Eugène Goblet d’Alviella.14

Ook het daaropvolgend jaar, 1899, houdt de samenwerking stand. De Vooruitstrevende Liberale Kring Gent zendt zelfs een brief met felicitaties naar de Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze omwille van de verjaring van het congres in Deinze waarbij het kartel in het arrondissement tot stand kwam. In haar antwoord blijft de Deinzese liberale vereniging duidelijk achter haar standpunten staan: ‘In tegenwoordigheid der plannen, door het Staatsbestuur, in zake van Kiesrecht beraamd, zijn wij meer dan ooit van gevoelen, dat eene nauwe samentrekking van alle antiklerikalen alleen bij machte is om onzen erfelijken vijand in bedwang te houden.’15

Er wordt blijvend rond deze thema’s gemobiliseerd, bijvoorbeeld na een katholiek voorstel om evenredige vertegenwoordiging enkel van toepassing te maken in de grote arrondissementen. Op 28 mei 1899 organiseert het Nationaal Verbond voor Algemeen Stemrecht en Evenredige Vertegenwoordiging over het hele land de betoging ‘de Weerstand’. In Gent organiseren de Liberale Grondwettelijke Vereniging, de Vooruitstrevende Liberale Kring van het arrondissement Gent, de Gentse afdeling van de Belgische Werkliedenpartij en de Gentse afdeling van de Christene Volksbond een manifestatie. Ook de Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze neemt vol overtuiging deel.16

Daarnaast richten de Deinzese liberalen een open brief aan de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers: ‘De Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deynze: Gezien de wraakroepende onrechtvaardigheid van Kieswetsvoorstel door de regeering nedergelegd, verzoekt de leden der Kamers van Volksvertegenwoordiging dit wetsvoorstel te verwerpen en door gansch het lande, op een Eerlijke en rechtvaardige manier, de Evenredige vertegenwoordiging in te voeren.’17 Op een bevraging van het Nationaal Verbond antwoordt de Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze stellig dat de grootste middelen ingezet moeten worden om hun doelstellingen te bereiken, namelijk volksbetogingen en een onmiddellijke algemene werkstaking.18 Ook verzoekschriften over deze onderwerpen worden ondertekend door de vereniging.19 Onder zware druk wordt de evenredige vertegenwoordiging voor het nationale niveau op 29 december 1899 met een wisselmeerderheid goedgekeurd.20

Portret van Arthur Buysse, 1912.

Oók algemeen enkelvoudig stemrecht!

Nog minder eensgezindheid dan over de evenredige vertegenwoordiging is er binnen de Liberale Partij over het algemeen enkelvoudig stemrecht. Ook binnen de Liberale Associatie van Gent zijn de meningen verdeeld. Wanneer zij in 1900 aan de Liberale Volksgezinde Vereeniging van Deinze vraagt om hun kandidaten voor de Kamer te steunen, wil deze vereniging dat enkel doen op voorwaarde dat alle kandidaten zich achter het principe van algemeen enkelvoudig stemrecht scharen. Dat blijkt het geval en de campagne kan doorgaan zoals voorzien. Bij de poll voor de lijstvorming steunen de liberalen van Deinze Arthur Buysse, vertegenwoordiger van een Vlaamse en meer progressieve liberale stroming en voordien kandidaat voor de Kartellijst.21 Buysse krijgt uiteindelijk de derde plaats op de lijst toegewezen.22 Het blijft echter nog even onduidelijk of dat het stemadvies voor de leden wordt. De Liberale Partij in Deinze stelt zich immers opvallend progressief op, en discussieert of ze de radicosocialistische lijst - waarop onder anderen Félix Cambier kandidaat is - of de liberale lijst zullen ondersteunen bij de wetgevende verkiezingen van 1900. Na stemming besluit men toch de liberale lijst te steunen in de kiescampagne.23 Een bestuurslid dat tijdens de kiescampagne desondanks openlijk Cambier steunt, krijgt daarvoor een blaam en wordt uit het bestuur gezet.24

Deze wetgevende verkiezingen verlopen voor het eerst volgens het systeem van evenredige vertegenwoordiging en zorgen voor een herschikking van de politieke verhoudingen. Binnen de Liberale Partij kunnen de progressieve radicalen steeds meer invloed verwerven. In het liberale programma worden thema’s zoals het algemeen enkelvoudig stemrecht en verplicht lager onderwijs opgenomen.25

Het algemeen enkelvoudig stemrecht blijkt echter nog niet meteen binnen handbereik. In 1902 dienen de socialisten en progressieve liberalen een wetsvoorstel in voor een herziening van de grondwet die moet leiden tot de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht. Met meetings en betogingen wordt ook buiten het parlement druk gezet. Wanneer de Kamer het voorstel verwerpt, leidt dit tot rellen die bloedig worden neergeslagen. Ook de daaropvolgende jaren blijven de socialistische partij en progressieve stemmen de druk hoog houden met manifestaties, optochten en stakingen.26 Door het ontbreken van bronnen is het onduidelijk welke rol de Liberale Volksgezinde Vereeniging van het Kanton Deinze hierin opneemt.

De algemene staking van 1913 laat een diepe indruk na. De Eerste Wereldoorlog zorgt voor een onderbreking maar brengt de zaken ook in een stroomversnelling. Het besef groeit dat de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen niet langer uitgesteld kan worden. De naoorlogse regering van katholieken, liberalen en socialisten beslist met een gewone wet tot de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen vanaf 21 jaar. Op 16 november 1919 worden de eerste verkiezingen volgens de nieuwe regeling gehouden. Een grondwetswijziging in 1920-1921 regulariseert de situatie.27

Bronnen, noten en/of referenties

1. Bart D’hondt, ‘Macht delen: liberalen en evenredige vertegenwoordiging’, in: Liberas Stories; Jean Stengers, ‘Histoire de la législation électorale en Belgique’, in: Revue belge de philologie et d’histoire, vol. 82, nr. 1-2 (2004): 253.

2. Id.

3. Liberas, Archief Liberale Grondwettelijke Vereniging van het kanton Deinze, 1. Verslagboek met vergaderingen van (algemene) vergaderingen, 1857-1858/1865/1878-1902, vergadering van 12 juni 1895, 17 juni 1895 en 28 september 1896.

4. Id., statuten van de Liberale Volksgezinde Vereeniging [1895].

5. Id., vergadering van 30 september 1895.

6. Id., vergadering van 17 november 1895.

7. Id., krantenknipsels Het Laatste Nieuws en Vooruit, september 1896.

8. Id., algemene vergadering van 29 november 1895.

9. Id., vergadering van 4 januari 1898.

10. Id., brief van de Liberale Vereeniging van het Kanton Deinze, 19 januari 1898.

11. Id., verslag van het Antiklerikaal Congres van 13 februari 1898.

12. Id., vergadering van 8 mei 1898, samenvatting van vergaderingen in voorbereiding van de verkiezingen van 22 mei 1898 en krantenknipsel met verkiezingsuitslagen.

13. Id., verslag van het Antiklerikaal Congres van 13 februari 1898.

14. Bart D’hondt, ‘Macht delen’, in: Liberas Stories.

15. Liberas, Archief Liberale Grondwettelijke Vereniging van het kanton Deinze, 1. Verslagboek, vergadering van 12 februari 1899.

16. Id., vergadering van 5 mei 1899.

17. Id., vergadering van 29 mei 1899.

18. Id., vergadering van 1 juli 1899.

19. Id., vergadering van 7 augustus 1899.

20. Bart D’hondt, ‘Macht delen’, in liberas Stories.

21. Liberas, Archief Liberale Grondwettelijke Vereniging van het kanton Deinze, 1. Verslagboek, vergadering van 26 maart 1900.

22. Id., beknopt verslag van de uitslagen van de poll.

23. Id., vergadering van 30 april 1900.

24. Id., beknopt overzicht van vergaderingen tussen 7 en 27 mei 1900 en vergadering van 20 juni 1900.

25. Bart D’hondt, ‘Macht delen’, in Liberas Stories.

26. Geertrui Elaut, Bart D’hondt, Mario Van Driessche en Piet Creve, Hoe algemeen is het stemrecht?, geraadpleegd 9.8.2024; Els Witte, Jan Craeybeckx en Alain Meynen, Politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden (Antwerpen: Standaard Uitgeverij, 1990) 115.

27. Jean Stengers, ‘Histoire de la législation électorale en Belgique’, 254.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Kim Descheemaeker, "Strijd om een democratischer kiessysteem", Liberas Stories, laatst gewijzigd 02/09/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op