Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Uitgelicht

Een inkijk in het gedachteleven van Julius Hoste jr.

Julius Hoste jr. voert tussen 1919 en 1949 briefwisseling met Willemsfondser Richard Maerten. Ze wisselen van gedachten over de Vlaamse beweging en het liberalisme. De brieven vormen een bijzondere inkijk in het gedachteleven van Hoste.

Kim Descheemaeker
8 juni 2022

Julius Hoste jr. wordt in Brussel op 7 juni 1884 geboren als zoon van Julius Hoste sr. (1848-1933), liberaal voorman en stichter van de krant Het Laatste Nieuws. Al gauw volgt hij als Vlaamsgezinde en liberaal zijn vader op in de journalistiek. Hij is redacteur bij verschillende van zijn vaders kranten, waaronder De Zweep en de Vlaamsche Gazet. Nog samen met zijn vader is hij nauw betrokken bij de oprichting van de Brusselse Liberale Volksbond in 1909 en het Liberaal Vlaams Verbond (LVV) in 1913, die ontstaan als reactie tegen het franskiljonisme van de Brusselse liberalen. In het interbellum werkt Hoste jr. zich omhoog in de journalistieke wereld. Hij maakt van Het Laatste Nieuws een leidinggevende krant en brengt het in 1935 en 1936 tot voorzitter van de Algemene Belgische Persbond.

Portret van Richard Maerten, z.d.

Correspondentie met Richard Maerten

Op basis van brieven van Hoste krijgen we een inkijk in zijn gedachteleven. Tussen 1919 en 1949 voert hij een vrij uitgebreide briefwisseling met Richard Maerten. Een neerslag van deze brieven is bewaard in het archief van de familie Maerten-Schepens.

Richard Maerten wordt op 17 maart 1882 geboren in Proven. Hij wordt klerk bij de belastingen en douanier. Na verschillende overplaatsingen krijgt hij vanaf 1914 een vaste betrekking in Brugge. Geleidelijk aan engageert hij zich steeds meer binnen het Vlaamse culturele leven en het liberaal flamingantisme. Hij schrijft bijdragen voor lokale liberale periodieken, zet zich in voor het toneelleven en wordt lid van de Jonge Wacht van het Willemsfonds in Brugge. Later klimt hij op tot bestuurslid van de Brugse Willemsfondsafdeling, een functie die hij bijna 45 jaar bekleedt, en wordt zelfs provinciaal voorzitter. Tot slot engageert Maerten zich ook binnen de bredere liberale beweging, als stichtend lid van het Verbond van liberale maatschappijen van het arrondissement Brugge, als secretaris van het Provinciaal Verbond van liberale maatschappijen, als lid van de raad van bestuur van de Nationale Bond van de Liberale Mutualiteitsfederaties en als lid van het LVV.

De briefwisseling tussen Hoste en Maerten vangt aan in 1919. De eerste correspondentie die we terugvinden in het archief van de familie Maerten-Schepens is een vraag van Hoste aan Maerten om voor de rubriek ‘Nieuwstijdingen’ van Het Laatste Nieuws stukjes te schrijven over Brugge. Maerten geeft aan als vaste correspondent voor de krant te willen werken. Via een gemeenschappelijke vriend, schrijver en journalist Abraham Hans, lopen de eerste contacten gemoedelijk. Hoste stelt helder volgende doelstelling: ‘Gij zult trouwens overtuigd zijn dat wij meer dan ooit voor onze liberale en Vlaamse gedachten moeten opkomen, en dat de pers een der beste middelen daartoe is.’ (brief 4.2.1919)

Liberaal en Vlaams

Al snel neemt het onderling contact toe en wordt van gedachten gewisseld over de Vlaamse beweging en het liberalisme. Beide heren lijken hierover gelijkaardige opvattingen te delen. Bij de oprichting van het Algemeen Vlaams Verbond in 1919 moedigt Hoste Maerten aan opdat de Liberale Volksbond [van Brugge [?]] en het Willemsfonds zich aansluiten. Hoste zetelt immers samen met de katholieken Alfons van de Perre, Gustaaf Borginon en Emiel Vliebergh, de socialist August Vermeylen en de liberaal Maurits Sabbe in het hoofdbestuur van het Algemeen Vlaams Verbond. Dit bondgenootschap heeft als doel om Belgischgezinde flaminganten over de partijgrenzen heen te verbinden en hun acties te coördineren. De vereniging wenst als koepelorganisatie alle verenigingen te groeperen die hun programma onderschrijven. Al snel stelt Hoste echter het overwicht van de katholieken binnen het Verbond in vraag. Hij is ervan overtuigd dat de Vlaamsgezinde liberalen zich even sterk dienen te organiseren als de katholieken om enig gewicht in de schaal te kunnen leggen.

Ook de positie van de Vlaamsgezinden binnen de Liberale Partij moet worden versterkt, meent hij. We kunnen inderdaad vaststellen dat de partij zich tijdens het interbellum opstelt als een van de meest hevige tegenstanders van Vlaamsgezinde voorstellen. Hoste schrijft daarover onder meer het volgende: ‘Er wordt soms beweerd dat de katholieken kunnen munt slaan uit de Vlaamse kwestie. Weet de liberale partij [sic] zich aan de vereisten van de Vlaamse gedachten niet aan te passen, dan werken de liberalen inderdaad in die richting. Dat mag niet zowel in het nationaal, het Vlaams als het liberaal en het demokratisch [sic] belang.’ (brief 29.3.1919) Voor hem gaan Vlaamsgezindheid, democratie en de ‘staatkundige eenheid van België’ inderdaad samen. Enerzijds ageert Hoste fel tegen het activisme, anderzijds weigert hij ‘de vlag te strijken voor elk anti-vlaams [sic] drijven’.

Ook over de verkiezingen wisselen ze van gedachten. Zo spoort Hoste Maerten aan om de kandidaatstelling van Willemsfondser Jules Boedt voor de wetgevende verkiezingen te steunen, opdat hij als gelijkgezinde de lijst van de Liberale Partij in het arrondissement Brugge kan trekken. Boedt raakt uiteindelijk ook effectief verkozen tot Kamerlid. Een overeenkomst tussen partijleden in Brugge in 1936 om, wanneer de lijsttrekker verkozen raakt, na de helft van het mandaat (twee jaar) diens plaats af te staan aan de tweede op de lijst, kan echter op weinig goedkeuring rekenen bij Hoste. Hij stelt overtuigd dat dergelijke akkoorden afbreuk doen aan het gezag van het parlement, dat volgens hem sowieso al weinig aanzien geniet bij de bevolking.

In de onderwijskwestie stelt Hoste zich voorzichtig op. Wanneer er in september 1934 aangekondigd wordt dat een betoging van liberalen en socialisten zal plaatsvinden in Roeselare, stelt hij dit niet op prijs. Hij is van mening dat dit het doel van ‘de verdediging en de uitbreiding van het openbaar onderwijs’ niet ten goede zal komen. Vooral het feit dat er samen met de socialisten zal worden betoogd, boezemt hem geen vertrouwen in. Desondanks vindt hij het belangrijk dat Het Laatste Nieuws hierover bericht. Om het beeld van een gezamenlijk front van socialisten en liberalen te ontkrachten, laat Hoste kort daarna een artikel van Arthur Vanderpoorten over de middenstand verzenden naar de leden van het [Liberaal Vlaams [?]] Verbond.

Julius Hoste, minister van Onderwijs (rechts), in gesprek met Victor Maistriau, minister van Justitie (links), en een onbekende, tijdens de regeringscrisis van 1937 in Brussel.

Vlaamsgezind extremisme

Lange tijd houdt Hoste de boot af om de actieve politiek in te gaan, maar vanaf 1935 treedt hij definitief op het politieke voorplan. Als Rex en het VNV de verkiezingen van 1936 winnen, voert hij met andere liberale kopstukken campagne tegen het extremisme. Van 1936 tot 1938 is Hoste minister van Openbaar Onderwijs in de regering-Van Zeeland II en in de regering-Janson. Deze ervaring roept gemengde gevoelens bij hem op. Hij schrijft Richard Maerten in vertrouwen dat hij tot tweemaal toe de regering wou verlaten omdat hij niet akkoord ging met de wijze van regeren. (brief 13.1.1939) Ook de daaropvolgende regeringen kunnen in zijn ogen op weinig genade rekenen. Volgens Hoste begaan ze de ene blunder na de andere, en dat in een politiek klimaat waarin de bevolking voor extremistische opvattingen vatbaar is. Niet enkel bij de ruime bevolking maar ook bij de intellectuele elite schat Hoste dit risico hoog in.

Ook de meer radicale Vlaamsgezinde richting die verschillende cultuurverenigingen uitgaan, baart Hoste zorgen. De positie die het Willemsfonds inneemt door te weigeren zich bij een koepelvereniging aan te sluiten, stelt hem echter enigszins gerust. (brief 24.6.1939) Met het publicatiebeleid van Het Laatste Nieuws en door gewicht in de schaal te leggen binnen het Liberaal Vlaams Verbond probeert hij ‘flink stand te kiezen tegen het onderduims extremistisch geknoei’. (brief 11.10.1939)

Liberale Kampeerdagen in Oostduinkerke met vlnr. Victor Sabbe, Julius Hoste jr. en Richard Maerten, 6 augustus 1939.

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog vlucht Hoste naar Londen. In februari 1942 benoemt Hubert Pierlot, premier van de Belgische regering in Londen, hem tot onderstaatssecretaris voor Onderwijs. Daarnaast wordt Hoste er lid van de Belgische Kommissie voor de Studie van de Naoorlogse Problemen en speelt hij een belangrijke rol in het ontstaan van de Unesco. Hij werkt mee aan Radio België en geeft Onafhankelijk België uit. Over deze periode is geen briefwisseling met Richard Maerten bewaard.

De Liberale Partij na de Tweede Wereldoorlog

Nog tot kort na de Tweede Wereldoorlog blijven dezelfde bezorgdheden over Vlaamsgezind extremisme Hoste plagen. Gebrekkige spoorwegverbindingen en papierschaarste maken pogingen om de eigen ideeën te verspreiden er echter niet gemakkelijker op. Waar het LVV volgens Julius Hoste al snel weer op het goede spoor zit, blijft het moeilijk om het Vlaams liberalisme een plaats te geven binnen de Liberale Partij en de bredere maatschappij. Daarover verzucht hij: ‘Men blijft ons, liberale Vlamingen, als een soort meelopers beschouwen en men hecht er blijkbaar maar weinig belang aan dat de zaken overhoop geraken, wanneer men de betekenis miskent van de liberale Vlaamse opvattingen in ons openbaar leven.’ (brief 8.11.1945)

Inderdaad brengen de ervaringen van de Tweede Wereldoorlog een klap toe aan de positie van de Vlaamsgezinden binnen de Liberale Partij. Op de eerste naoorlogse bijeenkomsten klinkt de roep luid om een grondige zuivering door te voeren binnen de liberale gelederen. Vooral minder vooraanstaande Vlaamsgezinden worden hierdoor getroffen, maar algemeen krijgen Vlaamsgezinde standpunten opnieuw weinig respijt binnen de partij. Ook op andere vlakken vertoont de partij veel gelijkenissen met hoe ze zich tijdens het interbellum had opgesteld. Van vernieuwing of verandering is nauwelijks iets te merken. De liberalen zoeken de consensus op, willen mee in het beleid en vormen tot 1950 afwisselend met katholieken en socialisten regeringen. De Brusselse liberalen in het bijzonder domineren de partij. De krachtige figuren die voor de oorlog vanuit het LVV tegengewicht boden, onder wie Arthur Vanderpoorten en Hoste, zijn tijdens de oorlog gestorven of raken geïsoleerd. Drukkingsgroepen zoals het Willemsfonds en het LVV kunnen slechts een klein beetje tegengas geven.

Affiche van een academische zitting van het Willemsfonds Brugge in 1948 waarop Julius Hoste een hulde brengt aan Richard Maerten.

Bij de eerste naoorlogse wetgevende verkiezingen in 1946 scoort de Liberale Partij ronduit slecht. In de Kamer moet de partij zestien zetels inleveren, in de Senaat twaalf. Hoste is van mening dat de Liberale Partij slecht scoort bij het kiespubliek doordat de Vlaamsgezinde liberalen geen plaats krijgen binnen de partij. Maar volgens hem doen ook een onduidelijke koers en programma, en het aanleunen bij standpunten van de socialistische en de communistische partij de verkiezingsresultaten geen goed. We kunnen inderdaad vaststellen dat de communistische partij (KPB) op dat moment aan invloed lijkt te winnen. De KPB wint bij de verkiezingen van 1946 immers veertien zetels in de Kamer en acht zetels in de Senaat.

Hoewel hij weinig hoop op beterschap ziet, blijft Hoste zich inspannen voor zijn overtuiging. ‘Voor onze liberale Vlaamse opvattingen blijf ik doen al wat mogelijk is, maar wij moeten ons niet ontveinzen dat wegens de liberale vertegenwoordiging in de regering aan de zijde van kommunisten in verband met de huidige maatregelen, het heel wat moeite zal kosten om het liberale schip vlot te houden.’ (brief 25.5.1946) De jaren nadien blijft hij op talloze plaatsen in Vlaanderen lezingen geven om het Vlaams-liberale gedachtegoed te steunen. Vooral het LVV en het Willemsfonds kunnen op zijn inzet rekenen. Ondanks aansporingen van Maerten en andere vrienden wil hij zich echter niet meer wagen aan regeringsdeelname. Toch stelt hij zich in 1949 opnieuw verkiesbaar voor de wetgevende verkiezingen. Hij wordt inderdaad verkozen in de Senaat, waar hij zetelt tot zijn overlijden in 1954.

Van deze laatste periode zijn geen brieven bewaard, want in 1950 overlijdt Richard Maerten. Tijdens de begrafenisplechtigheid houdt Hoste een beklijvende toespraak waarin hij de verdiensten van zijn vriend en medestander als liberale Vlaming belicht.

Bronnen, noten en/of referenties

Liberas, archief Maerten-Schepens (nr. 1082), 3.2.1. Dossiers m.b.t. Richard Maerten.

Reginald de Schryver en Luc Vandeweyer, ‘Algemeen Vlaamsch Verbond’, in: NEVB online, geraadpleegd op 17.12.2021.

Peter Laroy, ‘Liberale partij en Vlaamse Beweging’, in: NEVB online (onder redactie, versie 2021).

Harry Van Velthoven, Zwerver in niemandsland. Julius Hoste en zijn Londens oorlogsdagboek (Gent: Academia Press / Liberaal Archief, 2005).

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Kim Descheemaeker, "Een inkijk in het gedachteleven van Julius Hoste jr.", Liberas Stories, laatst gewijzigd 02/09/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op