In juli 1877 verschijnt in het Belgisch Staatsblad de wet-Malou, een nieuwe wet om het geheim van de stemming te waarborgen en kiesfraude te bestrijden. Tegelijkertijd wordt het kiessysteem gemoderniseerd. Een van de nieuwigheden is de invoering van voorgedrukte stembiljetten. Tot dan moest de kiezer eigenhandig de naam van de kandidaat van zijn voorkeur op een stuk papier schrijven, een zeer fraudegevoelige praktijk. Om de overzichtelijkheid op deze voorgedrukte stembiljetten te bevorderen, komen kandidaten die samen één lijst vormen in dezelfde kolom onder elkaar te staan, met eventueel bovenaan de kolom de naam van de partij waartoe ze behoren. Indien er meer dan één lijst opkomt, krijgt elke partij een vaste plaats op het stembiljet: links de liberalen, rechts de katholieken, in het midden de andere kandidaten. De kolom van elke partij krijgt – enkel voor de parlementsverkiezingen – ook een vaste kleur: blauw voor de liberalen, karmijnrood voor de katholieken en zwart voor de andere kandidaten.