Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Perspectief

Genese van een partij (1846)

In de Gotische Zaal van het Brusselse stadhuis vindt op 14 juni 1846 een merkwaardige zitting plaats, een eerste in haar soort. Notabelen uit het hele land zitten samen en keuren een beknopt maar krachtig maatschappelijk programma goed. De Liberale Partij is geboren. Ter herinnering aan deze heuglijke gebeurtenissen worden twee medailles geslagen.

Bart D’hondt
30 april 2021

De stichting van de Liberale Partij volgt op anderhalf decennium politieke wittebroodsweken. Na de onafhankelijkheid in 1830 besturen liberalen en katholieken samen het land. Met dit zogenaamde Unionisme willen ze het hoofd bieden aan de organisatorische uitdagingen in het binnenland en aan het wantrouwen in het buitenland, waar de grote machten met argwaan elke verstoring van het status quo aanschouwen. De grondwet krijgt op heel korte tijd (februari 1831) vorm en is de meest liberale van zijn tijd. Intussen wordt een moderne staatsstructuur op poten gezet die de macht mooi verdeelt tussen het lokale en het nationale niveau, waardoor de overgrote meerderheid van de politiek actieve Belgen zijn gading vindt in de nieuwe staat. De plooien met de grootmachten én met Nederland worden gladgestreken en na ruim een decennium kan worden overgegaan tot de orde van de dag.

Medaille ter herinnering aan de stichting van de Liberale Partij in 1846, ontworpen door Adrien Veyrat.

Eensgezind naar een nationaal congres

De gedwongen politieke eensgezindheid uit de beginjaren blijkt na deze normalisatie zijn houdbaarheidsdatum te hebben overschreden. Liberalen en katholieken komen op steeds meer fronten lijnrecht tegenover elkaar te staan en zoeken naar duidelijke profilering en interne eensgezindheid. De katholieke politici, met de steun van een machtige Kerk, lijken het overwicht te halen, wat de liberalen noopt tot een voor die tijd heel radicale beslissing. Op initiatief van enkele prominenten roept de Brusselse liberale groepering L’Alliance op 14 juni 1846 een nationaal congres samen, met als doel de oprichting van een partij. Honderden leidende figuren uit het hele land geven gehoor aan de oproep en verzamelen in de Gotische Zaal van het stadhuis van Brussel. Op een bij tijden tumultueus congres, dat geleid wordt door Eugène Defacqz, blijkt de eensgezindheid soms ver te zoeken. Behoudsgezinden en progressieven zetten hun soms ver uiteenlopende visie uiteen maar blijven onder druk van de organisatoren ook zoeken naar essentiële raakpunten.

Brochure Congrès Libéral de Belgique. Séance du 14 juin 1846.

Na een boeiend debat tekenen zich een aantal krijtlijnen af en verrijst een rudimentaire politieke partij. Deze heeft nog geen permanente structuur en geen officieel nationaal bestuur. De leiding ligt in handen van enkele primi inter pares en wordt gedeeld met nog op te richten arrondissementele besturen die volmacht krijgen om kieskandidaten voor het parlement en de provincieraad naar voren te schuiven. Lokaal houden de dikwijls machtige liberale baronieën de touwtjes stevig in handen. Wat wel op tafel ligt, zijn negen congresresoluties en zes programmapunten: een uitbreiding van het kiezerskorps via verlaging van de kiescijns en de invoering van bekwaamheidskiezers, de onafhankelijkheid van de burgerlijke macht, de inrichting van officieel onderwijs op alle onderwijsniveaus, de afschaffing van de nog resterende verouderde reactionaire wetten, de verhoging van het aantal volksvertegenwoordigers en senatoren met het oog op een accuratere vertegenwoordiging van elke regio en ten slotte de verbetering van de levensomstandigheden van de laagste bevolkingsklassen.

Dit toekomstig Leitmotiv van de Belgische liberalen wordt op papier gezet. Kort na het congres verschijnt een brochure met de aanwezigheidslijst, het verslag van de vergadering, de resoluties en het eerste partijprogramma. Het doel van deze goedkope publicatie is duidelijk: de nieuwbakken partij mikt op een brede verspreiding van haar eerste manifest, een allereerste nationaal kiespamflet als het ware.

De tekst van het programma, evenals de namen van de aanwezigen, wordt voor de liefhebbers ook nog eens gegraveerd in een tweede, dubbel zo grote, medaille als die van Veyrat.

Medaille ter herinnering aan de stichting van de Liberale Partij in 1846, met programma en aanwezigheidslijst.

Huis met meerdere kamers

Dit in se ideologisch congres van de Liberale Partij krijgt een vervolg in een meer pragmatisch congres in maart 1847. In de maanden na het stichtingscongres gingen tal van liberale kiesverenigingen in eigen regio aan de slag en begin 1847 had reeds meer dan de helft van de arrondissementen een eigen federatie. Ook het aantal kantonnale kiesverenigingen nam snel toe. Het is dus tijd voor een tweede congres want de komende parlementsverkiezingen in juni 1847 zijn een belangrijke test voor de nieuwe formatie.

Op 28 maart 1847 komen 261 kopstukken uit de negen provincies bijeen - opnieuw in de Gotische Zaal van het Brusselse stadhuis - om te spreken over de vorming van een efficiënte partijstructuur. Is de wens hier de vader van de gedachte of is het gewoon nog veel te vroeg voor een tweede congres?  Enkele grote federaties sturen hun kat, naast Brugge, Oudenaarde en Ieper ook de belangrijke Gentse kiesvereniging. De belangrijkste dissidenten bevinden zich echter in Luik en Brussel, twee grootsteden met zowel een radicale als een behoudsgezinde liberale associatie. Laatstgenoemden blijven thuis en beperken hun delegatie tot enkele waarnemers zonder stemrecht. Onder de afwezigen zijn grote namen zoals Théodore Verhaegen en Walthère Frère-Orban. Het congres gaat zonder verdere afspraken uit elkaar en de teleurstelling is groot. Een volgend congres komt er pas in 1870. Over een vaste structuur wordt pas gepraat tegen de eeuwwisseling aan en op een permanent secretariaat is het wachten tot na de Eerste Wereldoorlog.

Bruchure Congrès libéral de Belgique 28 maart 1847 Brussel.

Zou dit mislukte congres nu een negatieve weerslag hebben op de nakende verkiezingen? De campagne op basis van het minimumprogramma van 1846 verloopt echter vlotter dan gedacht en door als één blok naar buiten te komen, winnen de liberalen deze verkiezing. De laatste unionistische regering de Theux-Malou wordt ontbonden. Leopold I benoemt de liberale toppoliticus Charles Rogier tot regeringsleider en op 12 augustus 1847 legt de eerste echte partijregering de eed af.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Bart D’hondt, "Genese van een partij (1846)", Liberas Stories, laatst gewijzigd 12/09/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op