Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
Ward Beysen
Ward Beysen, Mortsel, 26.6.1941 – Wilrijk, 14.1.2005
Leerkracht, ambtenaar, reclameadviseur, zaakvoerder; gemeenteraadslid in Antwerpen (1988-2000), provincieraadslid van Antwerpen (1974-1981), volksvertegenwoordiger (1981-1995), lid van de Vlaamse Raad (1981-1995), Vlaams Parlementslid (1995-1999), gemeenschapsminister (1988), Europees Parlementslid (1999-2004); stichter (2002) en voorzitter van het Liberaal Appèl (2002-2005).
Edward (Ward) Beysen wordt op 26 juni 1941 te Mortsel geboren in een door en door liberale familie. Al op jonge leeftijd wordt hij geïntroduceerd in het liberale verenigingsleven. Hij wordt lid van de Wilrijkse PVV-Jongeren, waarvan hij in 1965 voorzitter wordt en engageert zich in de daaropvolgende jaren in diverse jongerenorganisaties. Ook van de Confederatie van Liberale Jeugdorganisaties wordt hij voorzitter.
In 1974 besluit Beysen, onder impuls van Frans Grootjans, in de actieve politiek te stappen en krijgt hij een verkiesbare plaats bij de provincieraadsverkiezingen. Hij wordt fractievoorzitter van de PVV en behoudt zijn provinciale mandaat tot 1981. Vervolgens maakt hij de overstap naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers waar hij van 1985 tot 1988 opnieuw de functie van fractievoorzitter vervult. Parallel met dit mandaat zetelt Beysen ook in de Vlaamse Raad, waar hij eveneens fractievoorzitter is van 1984 tot 1985. In 1988 is hij gedurende acht maanden gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ruimtelijke Ordening. Bij het wegvallen van het dubbelmandaat in 1995 kiest hij voor het Vlaams parlement. In 1999 verlaat hij het Vlaams parlement voor een verkiesbare plaats op de Europese lijst en hij verhuist tot juni 2004 naar het Europees Parlement.
Ook op gemeentelijk vlak is Beysen intussen actief. Na een mislukte poging om op jonge leeftijd gemeenteraadslid van Wilrijk te worden, stelt hij zich na zijn mandaat als gemeenschapsminister kandidaat bij de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen en wordt hij in 1988 verkozen. In opvolging van Aloïs De Backer wordt hij ook hier fractievoorzitter. Zijn gemeentelijk mandaat behoudt hij tot 2000.
Als fractievoorzitter binnen deze verschillende raden behandelt Beysen de meest diverse dossiers. De domeinen waarop hij zich persoonlijk het meest toelegt, zijn minstens even divers. Hij volgt het onderwijsbeleid op de voet en is lid van de Schoolpactcommissie, bepleit een prestatiegericht cultuurbeleid, zet een herziening van de ruimtelijke ordening op de sporen en geeft een aanzet tot hervorming van het gemeentelijk investeringsbeleid. Dit combineert hij met een principiële verdediging van gedecentraliseerd bestuur en lokale verantwoordelijkheidszin, beide steunend op een verregaande samenwerking tussen de publieke en de private sector. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig verlegt Beysen zijn aandacht in sterke mate naar de migranten- en veiligheidsproblematiek, waarbij hij een belangrijke spreekbuis van de rechtervleugel binnen de liberale partij wordt.
Binnen de Antwerpse PVV verwerft Beysen intussen een centrale rol. Van 1977 tot 1981 is hij voorzitter van de arrondissementsfederatie Antwerpen en tussen 1982 en 1997 zit hij de PVV- en later VLD-afdeling van Groot-Antwerpen voor. Een toenemend onbehagen met de richting die de liberale partijvernieuwing van de jaren negentig inslaat, brengt Beysen er uiteindelijk toe te breken met de te links geachte VLD. In 2002 richt hij een eigen partij, het Liberaal Appèl, op. Bij de parlementsverkiezingen van 2003 slaagt hij er niet in verkozen te worden. Hij overlijdt te Wilrijk op 14 januari 2005.