Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
Roger Motz
Roger Motz, Schaarbeek, 8.7.1904 – Brussel, 27.3.1964
Licentiaat burgerlijk ingenieur; gemeenteraadslid in Schaarbeek (1932-1959), volksvertegenwoordiger (1936-1946), senator (1946-1964), minister (1958), minister van Staat (1958), Europees Parlementslid (1958-1964), lid Raad van de Europese Unie; voorzitter Fédération des Jeunes Gardes Libérales Brussel, secretaris en voorzitter (1944-1953, 1958-1961) Liberale Partij, voorzitter Liberale Internationale (1952-1959).
Motz studeert voor burgerlijk ingenieur mijnbouw aan de ULB en is bijzonder actief in het studentenleven (Cercle des Etudiants Libéraux, voorzitter van de Association Générale des Etudiants de l’ULB en in de internationale Confédération Internationale des Etudiants). Motz sluit aan bij de Jeune Garde Libérale de Schaerbeek (1928-1938) en wordt voorzitter van de Fédération des Jeunes Gardes Libérales in Brussel. Aan de zijde van Victor de Laveleye wordt Motz in 1936 secretaris van de Liberale Partij. Na de benoeming van de Laveleye tot minister laat Motz het hem aangeboden voorzitterschap over aan Emile Coulonvaux. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vlucht Motz naar Engeland en gaat in de oorlogspropaganda aan de slag. Hij volgt er Julius Hoste jr. op bij INBEL, zet mee radio-uitzendingen op vanuit Leopoldville (nu Kinshasa) in Belgisch-Congo (mei 1943) en schrijft propagandawerken (Belgium Unvanquished (1942), Engeland en België (1944)).
Na de bevrijding aanvaardt hij wel het voorzitterschap van de Liberale Partij (1944-1953; 1958-1961). Reeds voor de oorlog was Motz voorstander van een sociaal liberalisme en ook erna blijft hij op dezelfde lijn. Hij publiceert zijn ideeën hierover in Liberalisme (1937) en in het document Essai sur une doctrine libérale nouvelle (mei 1944).
Naast zijn inzet voor de partij neemt Motz verschillende politieke functies op: gemeenteraadslid in Schaarbeek (1932-1959), plaatsvervangend en zetelend volksvertegenwoordiger (1936-1939; 1939-1946) en senator (1946-1964). Hij wordt minister van Economische Zaken in de regering-Van Acker IV van januari tot juni 1958 en ondertekent mee het Schoolpact.
Roger Motz is Brusselaar en heeft veel liefde voor zijn stad maar koestert internationale samenwerking. Mede onder zijn impuls komt er een Europese en internationale samenwerking tussen de liberale krachten. Van 1952 tot 1959 is hij voorzitter van de Liberale Internationale. Als voorstander van Europese samenwerking zetelt hij in diverse Europese commissies en organen die in de naoorlogse periode tot stand komen (onder andere in de Raad van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en in de Raad van de Europese Unie). Ook binnen de Verenigde Naties is hij actief (lid commissie administratieve en financiële aangelegenheden vanaf 1949).
In 1958 wordt hij benoemd tot minister van Staat. Roger Motz overlijdt in 1964.