Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
Paul Hymans
Paul Hymans, Elsene, 23.3.1865 – Nice (Frankijk), 8.3.1941
Advocaat; volksvertegenwoordiger (1900-1941), minister (1916-1920, 1924-1936), minister van Staat (1914); ambassadeur (1915-1916), lid van de Raad en de Vergadering van de Volkenbond (1920-1935); voorzitter Brusselse Liberale Associatie
Paul Hymans is de zoon van de liberale journalist Louis Hymans en studeert rechten aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). In 1885 promoveert hij en schrijft zich in aan de Brusselse balie. Hij huwt met Thérèse Goldschmidt, dochter van een in 1882 uit angst voor het antisemitisme uit Duitsland gevluchte Joodse bankier. Zij engageert zich hoofdzakelijk in de liberale zorgsector en wordt een pionier in de organisatie van de gelaïciseerde opleiding van verpleegsters.
Zijn sterke persoonlijkheid maakt van hem reeds op jonge leeftijd een van de meest vooraanstaande liberale figuren. Hymans wordt de officieuze leider van de gematigde vleugel binnen de partij, komt aan het hoofd van de machtige Brusselse Liberale Associatie te staan en probeert progressieven en conservatieven met elkaar te verzoenen. Zo steunt hij Marthe Boël en de Nationale Federatie der Liberale Vrouwen in hun eisen met betrekking tot de gelijkberechtiging van de vrouw en de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen én vrouwen, maar blijft hij op de vlakte tot afwijzend als het gaat over de Vlaamse eisen. Hymans verdedigt zijn standpunten naar het grote publiek toe in een aantal liberale kranten waaronder La Meuse, L'Indépendance Belge en La Liberté. In 1900 wordt hij verkozen tot volksvertegenwoordiger, een mandaat dat hij behoudt tot zijn overlijden. In zijn eerste jaren als volksvertegenwoordiger valt vooral zijn campagne voor de invoering van de leerplicht op. Reeds in 1914 toont de koning zijn waardering voor Hymans door hem te benoemen tot minister van Staat.
Zijn grootste politieke bekommernis tijdens zijn carrière ligt ongetwijfeld op het internationale vlak. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vertegenwoordigt hij vanaf 1915 als ambassadeur de Belgische regering in Londen en na de oorlog wordt hij hoofd van de Belgische delegatie op de vredesconferenties te Parijs en te Versailles. Vervolgens is hij van 1920 tot 1935 lid van de Raad en de Vergadering van de Volkenbond. Hij zit de eerste Vergadering in 1920 voor en wordt voorzitter van de buitengewone Vergadering voor de regeling van het geschil tussen China en Japan (1932-1933). In zijn buitenlands beleid vinden we één constante terug: de verschrikkingen van de wereldoorlog mogen zich niet herhalen. Daarom zoekt hij reeds in de jaren twintig naar allianties die een herrijzen van de Duitse oorlogsmachine zouden kunnen verhinderen.
Het spreekt dan ook voor zich dat Hymans meermaals gevraagd wordt om deel uit te maken van de regering. In 1916 verlaat hij Londen en wordt minister zonder portefeuille in de Belgische regering in Le Havre. Van 1917 tot 1918 is hij minister van Economische Zaken en van 1918 tot 1920, 1924 tot 1925 en 1927 tot 1935 minister van Buitenlandse Zaken. Tussendoor is hij van 1926 tot 1927 minister van Justitie. Hij sluit zijn ministeriële carrière tussen 1935 tot 1936 af als minister zonder portefeuille in de regering-Van Zeeland.
Hymans overlijdt tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nice, Frankrijk.