Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
Octave Dierckx
Octave Dierckx, Antwerpen, 15.10.1882 – Ukkel, 21.3.1955
Advocaat; gemeenteraadslid van Elsene (1920-?), provincieraadslid van Brabant (1925-1929), senator (1929-1955), minister (1934, 1937-1938, 1938-1939, 1949-1950), minister van Staat (1945); voorzitter Liberale Partij (1933-1934).
Octave Dierckx studeert rechten en treedt toe tot de balie. Hij wordt in 1920 liberaal gemeenteraadslid van Elsene. Van 1925 tot 1929 is hij eveneens provincieraadslid van Brabant en van 1929 tot 1955 zetelt hij voor het arrondissement Brussel in de Senaat.
In 1933 wordt Dierckx voorzitter van de Liberale Partij. Als partijvoorzitter behoort hij, in vergelijking met zijn invloedrijke voorganger Albert Devèze, meer tot de linkerzijde van de partij, die staat voor een gespierde schoolpolitieke lijn. Tijdens de katholiek-liberale regering die in december 1932 onder leiding van Charles de Broqueville werd gevormd, pleit Dierckx dan ook voluit voor een grendelwet op de subsidiëring van het vrij lager onderwijs. Dit levert spanningen op met de meer pragmatische liberale minister van Openbaar Onderwijs, Maurice Lippens. Dierckx steunt als partijvoorzitter een ideologische vernieuwingsoperatie onder impuls van jonge liberalen, zoals Marcel-Henri Jaspar, die uitmondt in het liberaal partijcongres in 1935. Hij zet zich in om sociale en culturele koepelorganisaties uit de liberale zuil meer te betrekken bij de werking van de Liberale Partij. Zijn voorzitterschap is van korte duur en eindigt reeds in 1934 wanneer hij minister wordt in de vijfde regering-de Broqueville. Hij is in deze regering verantwoordelijk voor Verkeerswezen, Posterijen, Telegrafie en Telefonie.
In de jaren 1930, wanneer talrijke regeringen met wisselende samenstellingen elkaar opvolgen, maakt hij nog tweemaal voor een korte periode deel uit van een regering. Tussen november 1937 en mei 1938 is hij minister van Binnenlandse Zaken in de regering-Paul-Emile Janson. In de hiernavolgende regering-Paul-Henri Spaak (1938-1939) is hij gedurende zes maanden als minister verantwoordelijk voor Openbaar Onderwijs, ook al is hij nooit schepen van Onderwijs geweest in Elsene. Als minister van Staat (1945) zonder concrete bevoegdheden maakt hij deel uit van de regering-Gaston Eyskens in 1949-1950. Dierckx is hiermee de laatst benoemde minister zonder portefeuille in de Belgische politieke geschiedenis.