Private initiatieven
De Belgische liberalen zijn ook buiten het parlement en de regering actief op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Ze richten ook zelf organisaties op om hun visie in de praktijk te brengen.
Delipro - Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking in Vrijheid en Vooruitgang wordt in 1964 opgericht als nationale organisatie onder impuls van de liberale politici Omer Vanaudenhove, Pierre Descamps en Jean Rey. Het centrum ontplooit voornamelijk in Latijns-Amerika en Afrika projecten. Dit zijn steeds gecofinancierde projecten, waarbij Delipro instaat voor een deel van de middelen, naast de inbreng van lokale, nationale of Europese instanties. Zo wordt bijvoorbeeld een uitwisselingsactie voor jonge Belgen en Tunesiërs op touw gezet, richt het in 1978 een Centrum voor Mechanische Vervolmaking op in Tunesië en financiert het er de bouw van een overdekte openbare markt. De organisatie stuurt vrijwilligers, onder wie geneeskundig personeel, leerkrachten en ingenieurs, uit naar diverse landen en staat in voor de bedeling van medicijnen en voedsel in noodsituaties.15 Daarnaast ijvert Delipro in eigen land voor sensibilisering en informatievoorziening rond ontwikkelingssamenwerking, vanuit de eigen liberaal geïnspireerde visie.
In 1983 wordt, naast Delipro, de vzw Liberalen voor Ontwikkelingssamenwerking (LIVOS) opgericht. De eerste voorzitter van de organisatie is Freddy Neyts, ondervoorzitters zijn André Kempinaire en Karel De Gucht. LIVOS wil vanuit haar liberale achtergrond de mens centraal plaatsen in het beleid. Zelfwerkzaamheid en zelfontplooiing staan daarbij voorop. Volgens LIVOS kan dit het best binnen een vrijemarkteconomie. Om mensen daarin te ondersteunen, zet ze projecten op om het lot van de armste bevolkingsgroepen te verbeteren, plaatselijk kaderpersoneel te vormen en werkgelegenheid in arme gebieden te verhogen. Via de LIVOS-newsletter communiceert de organisatie over de projecten en vraagt ze om giften.
In 1985 wordt LIVOS erkend als ngo. Hierdoor kan ze met officiële erkenning van de Belgische overheid projecten opstarten in de Derde Wereld, zoals het project Promotie van de Vrouw in Bolivia, een geneeskundig project ter preventie van aids in Tanzania en de inrichting van een psychiatrisch centrum in Burundi. Vanuit haar informatie- en vormingsopdracht verzorgt de vereniging publicaties en beleidsteksten, tentoonstellingen en infostands op onder meer partijcongressen en beurzen.
Er is een sterke band tussen LIVOS en de PVV. Vertegenwoordigers van onder meer de PVV-Jongeren, het LVSV, de PVV-Vrouwen, de ACLVB, de liberale mutualiteit en de PVV zetelen in het bestuur. LIVOS wenst de beleidslijnen, uitgezet door de PVV en meer bepaald door staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking André Kempinaire, in de praktijk te brengen. Ze ondersteunt projecten die complementair zijn met de ‘Belgische ekonomische mogelijkheden in het buitenland’, zodat ontwikkelingssamenwerking ‘een uitgesproken tweerichtingsverkeer’ wordt. Een van de projecten die volgens LIVOS perfect binnen dit plaatje passen, is het uitbouwen van een industriële, kwaliteitsvolle steenkapperij in Kaapverdië.16
Zowel Delipro als LIVOS houdt in 2005-2006 op te bestaan.